Tentoonstellingen

Alamire in de bibliotheek: meerstemmigheid op de Kunstberg

Nog tot 22 november kan je de tentoonstelling Petrus Alamire, Meerstemmigheid in beeld  in de Antwerpse Kathedraal bezoeken. De muziekhandschriften van Petrus Alamire behoren tot de mooiste verluchte manuscripten van de late middeleeuwen. Deze tentoonstelling brengt zeven koor- en liedboeken uit de collecties van de Koninklijke Bibliotheek in Brussel en het Stadsarchief in Mechelen visueel en auditief tot leven. Ann Kelders is verbonden aan de Handschriftenafdeling van de Koninklijke Bibliotheek. Ze blogt over hoe de handschriften in de collectie belandden en hoe ze gedigitaliseerd werden. 

Een koninklijke bibliotheek in Brussel

In 1559 laat Filips II de Nederlanden achter zich om zich definitief in zijn koninkrijk Spanje te vestigen. Maar voor hij naar het Zuiden trekt, stelt hij orde op zaken en laat hij zijn boekencollectie onder handen nemen. De handschriften die zijn voorouders – sinds de Bourgondische hertog Filips de Stoute (1342-1404) tot zijn Habsburgse vader Karel V (1500-1558) –  hadden geërfd, gekregen en verzameld, lagen verspreid in de verschillende familiale residenties in de Nederlanden en in Frankrijk. Filips II geeft de opdracht om deze manuscripten samen te brengen in het voormalig paleis van de hertogen van Brabant op de Coudenberg in Brussel. In 1731 werd dit gebouw geteisterd door een hevige brand. Maar de bibliotheek werd grotendeels gered.

Chansonnier van Margaretha van Oostenrijk (Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, ms. 228, folio 2 recto) © Koninklijke Bibliotheek van België (Brussel) / Alamire Digital Lab (Leuven)

Chansonnier van Margaretha van Oostenrijk (Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, ms. 228, folio 2 recto)
© Koninklijke Bibliotheek van België (Brussel) / Alamire Digital Lab (Leuven)

Polyfonie weerklonk reeds in de hofkapel van de Bourgondische hertogen. Zij profileerden zich als promotoren van de meerstemmige muziek in volle ontwikkeling. Net zoals hun mecenaat ook inspeelde op de nieuwe tendensen in de schilder- en miniatuurkunst. Dat leidde tot een verzameling verluchte handschriften die de wereldfaam van de Bourgondische Librije – of boekenverzameling – tot vandaag bepaalt. Voor het hoogtepunt in de productie van muziekmanuscripten die voor de bibliotheek waren bestemd of erin terechtkwamen, is het wachten tot het einde van de vijftiende en de eerste decennia van de zestiende eeuw.


“De Bourgondische hertogen profileerden zich als promotoren van de meerstemmige muziek in volle ontwikkeling. Net zoals hun mecenaat ook inspeelde op de nieuwe tendensen in de schilder- en miniatuurkunst.”


Margaretha van Oostenrijk (1480-1530), landvoogdes van de Nederlanden,  speelt daarbij een belangrijke rol. Ze omringt zich met musici en componisten. Ze is zelf actief als auteur van liedteksten en mogelijk ook van de daarbij behorende muziek. Haar opdrachten, die een brede culturele belangstelling verraden, resulteren in handschriften die uiteindelijk worden toegevoegd aan de hertogelijke bibliotheek die Karel V erfde. Daardoor delen zij in het lot dat ook deze verzameling is beschoren: de overheersing van de Zuidelijke Nederlanden door de Oostenrijkers en daarna de Fransen leidt tot een “bookdrain”. Na de nederlaag van Napoleon wordt de laatste exodus gedeeltelijk ongedaan gemaakt, maar nog steeds bevindt een niet onbelangrijk aantal manuscripten uit de Lage Landen zich in Wenen en Parijs.

Een koninklijke bibliotheek in België

Occo Codex (Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, ms. IV 922, folio 133 verso) © Koninklijke Bibliotheek van België (Brussel) / Alamire Digital Lab (Leuven)

Occo Codex (Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, ms. IV 922, folio 133 verso)
© Koninklijke Bibliotheek van België (Brussel) / Alamire Digital Lab (Leuven)

In 1837 wordt besloten het jonge koninkrijk België te voorzien van een bibliotheek die de opdracht kreeg om het nationaal boekenpatrimonium te verzamelen, te bewaren en te ontsluiten. De erfenis van de Habsburgs-Bourgondische dynastie, die ook vier Alamire-handschriften telt, krijgt de status van vlaggenschip. Ook de handschriften die in de 18de eeuw na de opheffing van kloosters en religieuze instellingen werden geconfisqueerd en naar Brussel werden gebracht, maken deel uit van de kerncollectie. Hieronder een koorboek gewijd aan de Zeven Smarten van Maria, afkomstig uit het Alamire-atelier. Dat boek belandde via een nog steeds niet opgehelderde weg in het Brusselse jezuïetencollege. Gedurende haar verdere geschiedenis zullen aankopen en – in mindere mate –  schenkingen het Handschriftenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek verrijken. De verwerving van de prestigieuze Occo-codex, genoemd naar zijn oorspronkelijke eigenaar, de Amsterdamse bankier Pompeius Occo (†1537), dateert uit 1972. Het vormt het voorlopig sluitstuk van de collectie Alamire-manuscripten die in Brussel worden bewaard.

Een koninklijke bibliotheek wereldwijd

De beelden van de zes handschriften die vandaag in Antwerpen worden getoond, zijn het resultaat van een structurele samenwerking tussen de Koninklijke Bibliotheek van België en de Alamire Foundation (KU Leuven). Zij vormen een deel van de oogst van een project dat de bewaring en ontsluiting beoogt van het muzikaal erfgoed uit de Lage Landen, met bijzondere aandacht voor de middeleeuwen en de renaissance.

Opstelling van het Alamire Digital Lab in de Handschriftenafdeling van de Koninklijke Bibliotheek van België © Alamire Foundation (Leuven) / foto: Lynda Sayce

Opstelling van het Alamire Digital Lab in de Handschriftenafdeling van de Koninklijke Bibliotheek van België
© Alamire Foundation (Leuven) / foto: Lynda Sayce

Voor de opnames werd gebruikgemaakt van het Alamire Digital Lab, een mobiele opstelling waarmee de manuscripten volgens de hoogste kwaliteitsnormen kunnen worden gedigitaliseerd op de locatie waar ze worden bewaard. De spitstechnologie aan de basis van dit labo maakt het mogelijk om handschriften te fotograferen die door hun specifieke materiële kenmerken een bijzondere aandacht, techniek en apparatuur vereisen. Dat leidt tot opnames in zeer hoge resolutie (80 miljoen pixels) van ingebonden perkamenten bladen, folio’s met goud en zilver en zware koorboeken van uitzonderlijk formaat. Het Alamire Digital Lab en de uitrusting die de Koninklijke Bibliotheek voor haar eigen digitaliseringsprogramma’s inzet, vullen ​elkaar ​hiermee aan.


“De spitstechnologie aan de basis van dit labo maakt het mogelijk om handschriften te fotograferen die door hun specifieke materiële kenmerken een bijzondere aandacht, techniek en apparatuur vereisen. Dat leidt tot opnames in zeer hoge resolutie (80 miljoen pixels) van ingebonden perkamenten bladen, folio’s met goud en zilver en zware koorboeken van uitzonderlijk formaat.”


Deze complementariteit uit zich niet enkel op technologisch vlak. De samenwerking heeft tot doel de muziekhandschriften in al hun aspecten en vanuit verschillende invalshoeken te inventariseren, te beschrijven, te bestuderen en langs diverse kanalen bekend te maken. Een tentoonstelling waarbij de handschriften niet alleen visueel in de kijker worden geplaatst, maar ook tot klinken worden gebracht, is hiervan het resultaat. Zoiets is alleen mogelijk dankzij samenwerking en interactie tussen conservatoren, onderzoekers en musici. Het atelier van Petrus Alamire wordt hiermee een platform waar erfgoedinstellingen, het academisch veld en de uitvoeringspraktijk elkaar ontmoeten.

Deze tentoonstelling sluit aan bij de 22ste editie van het Laus Polyphoniae-festival voor oude muziek. KMSKA-curator Paul Vandenbroeck stond in voor de selectie van de kunstwerken uit het museum. 

Standaard

Plaats een reactie