Onlangs identificeerden Paul Huvenne en Nico Van Hout, de Rubenskenners van het KMSKA, een olieverfschets uit de collectie van het Najonalmuseet in Oslo als een werk van Peter Paul Rubens. Van Hout, die op dat moment ter plaatse was, blogt over hun boeiende ontdekking.
Vorige week bezocht ik Nils Ohlsen, de directeur van het Nasjonalmuseet in Oslo. De aanleiding van dat bezoek was een kleine tentoonstelling over de Vlaamse primitieven die we in dat museum willen organiseren in de lente van 2013. Eerder dit jaar bracht het Noorse museum met Rubens – van Dyck – Jordaens. Barokk frå Antwerpen al een mooie overzichtstentoonstelling over Vlaamse barokschilderijen uit de collectie van het KMSKA. Het was mijn eerste bezoek aan Noorwegen en ik was erg benieuwd naar de verzamelingen van het Nasjonalmuseet, die – buiten de meesterwerken van Edvard Munch – niet zo bekend zijn bij het internationale publiek. De klemtoon van het museum ligt begrijpelijkerwijze op Noorse, Deense en Duitse schilders uit de negentiende eeuw, zoals Dahl, D.C. Friedrich,… Maar ook de Franse schilderkunst is er met topwerken van Delacroix, Manet, Monet, Matisse, Picasso en Bonnard goed vertegenwoordigd. Onder de Vlaamse schilderijen zijn er onder meer een schitterend portret van Karel van Mallery door Anthony van Dyck en een politieke allegorie van Jordaens.
Onbekende Vlaamse meester
De meeste oude meesters maken echter deel uit van de omvangrijke collectie Langaard die het museum beheert en in een aparte zaal toont. In die zaal kon ik een olieverfschets bestuderen die de aandacht van Paul Huvenne, de hoofd-conservator van het KMSKA, had getrokken tijdens de opening van de Vlaamse baroktentoonstelling in februari van dit jaar. Als maker van de schets stond op het bordje dat ernaast hing ‘onbekende Vlaamse meester’. De overweldigende kwaliteit van het kleinood en het gemak waarmee het tafereel was gepenseeld, maakten meteen duidelijk dat het hier om een eigenhandig werk van Peter Paul Rubens ging.
De schets toont hoe Castor en Pollux de dochters van Leukippos roven, een verhaal uit de Griekse mythologie. De onafscheidelijke tweelingbroers dragen een sterretje op het voorhoofd omdat ze in het verhaal door toedoen van oppergod Zeus eindigen als hemellichamen. Onder Rubenskenners is de schets niet bekend. Ze staat immers niet beschreven of afgebeeld in het standaardwerk over Rubens’ olieverfschetsen van Julius S. Held (1980). Dit briljante werkje moet door de mazen van het net zijn geglipt. Dat hoeft niet te verwonderen als je weet dat Held honderden bewaarde olieverfschetsen heeft besproken, een titanenwerk waar hij enkele decennia aan heeft gewijd. De achtergrond van de schets is met een donkergrijze verf overschilderd, waardoor het strepige patroon van de imprimatura onzichtbaar is geworden. Ooit heeft men de schets dus enigszins willen ‘fatsoeneren’ door er een klein schilderijtje van te maken. Het onderwerp is niet bepaald vrouwvriendelijk. Rubens heeft van de ontvoering of kidnapping een snapshot gemaakt waardoor de dynamiek en de snelheid van de actie in de tijd bevroren lijken. Door het te vergelijken met andere schetsen van Rubens kunnen we het werkje dateren in de jaren voor 1615. Meer nog, men kan zich de vraag stellen of we hier niet te maken hebben met een eerste, niet uitgevoerd model voor een beroemde Rubenscompositie in de Alte Pinakothek in München, een schilderij dat we rond 1618 kunnen dateren.
Nieuwe aanwinst
Uiteraard waren de directeur van het Nasjonalmuseet en zijn medewerkers erg opgetogen met hun ‘nieuwe’ aanwinst, het enige eigenhandige werk van Rubens in Noorwegen. En zo werden de Nils Ohlsen ik door de Noorse televisie over de ontdekking geïnterviewd voor het vrijdagavondjournaal van NTR.