Onderzoek

Ensor en religie

Astrid Schenk studeert kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. In het kader van haar Research master Art History of the Low Countries in its European Context liep ze stage bij het Ensor Research Project en onderzocht ze het religieuze oeuvre van James Ensor.  

James Ensor, Val van de opstandige engelen, KMSKA, 2176

James Ensor, Val van de opstandige engelen, KMSKA, 2176

In 1888 begon James Ensor de werkzaamheden aan het monumentale schilderij De intrede van Christus in Brussel in 1889. Het schilderij groeide uit tot een van zijn beroemdste en door kunsthistorici meest besproken en geanalyseerde werken. Het maakt deel uit van de collectie van The J. Paul Getty Museum in Los Angeles waar momenteel de tentoonstelling The Scandalous Art of James Ensor loopt (met tal van bruiklenen uit het KMSKA).

De intrede wordt beschouwd als een mijlpaal in de moderne kunstgeschiedenis. Daarom is het ook niet verwonderlijk dat kunsthistorici zich hebben gebogen over de voorstelling van religieuze onderwerpen in Ensors oeuvre.Terugkerende conclusies zijn dat Ensor zich vanwege de kritische ontvangst van zijn kunst identificeerde met het lijden van Christus en dat de kwaliteit en kwantiteit van zijn religieuze werken na 1900 gestaag is gedaald. Herwig Todts (Ensorspecialist en KMSKA-curator) had vragen bij deze conclusies en stelde een diepgaande studie voor die verbanden legt met Ensors denkbeelden en met de visie en het repertoire van zijn tijdgenoten.

Astrid Schenk bestudeerde tijdens haar stage in het KMSKA het gehele religieuze oeuvre van James Ensor en stelde daarmee het heersende beeld over religie in het werk van de kunstenaar bij. Ze publiceerde een deel van haar bevindingen in een nieuw artikel voor het Ensor Research Project.

Standaard